Handleiding routebeheer.

Om routebeheer optimaal te kunnen gebruiken adviseren wij om routebeheer alleen binnen de volgende browsers te gebruiken:

- Mozilla Firefox
- Google Chrome
- Apple Safari
- Microsoft Internet Explorer versie 9.0 of hoger


Het inloggen en selecteren van uw netwerk.

Het routebeheersysteem draait op de volgende url: www.routebeheer.net
Eenmaal op de homepagina ziet u de knop staan met 'LOG IN OM UW ROUTES TE BEHEREN'.

In het tweede scherm kunt u uw inloggegevens invullen. De inloggegevens bestaan uit een gebruikersnaam en een wachtwoord. Uw gebruikersnaam is gelijk aan uw e-mailadres. Mocht u het wachtwoord kwijtraken of vergeten zijn, dan kunt u onder het kopje 'wachtwoord vergeten' uw e-mailadres invoeren en binnen enkele seconden krijgt u een nieuw wachtwoord toegestuurd.

Na het inloggen komt u op het beginscherm van routebeheer. Hier kunt u het netwerk of uw route kiezen waar u de schademelding voor wilt doen. U kunt dit doen door de knop 'kies uw netwerk' te selecteren.

Na het selecteren van het netwerk kunt u kiezen om de kaart te openen. Dit doet u door de knop 'kaart' aan te klikken. Het gekozen netwerk wordt geladen op de kaart.
Onder de knop meldingen komt u in het overzicht van de gemaakte meldingen op het desbetreffende netwerk.

Op de kaart worden alle gegevens van het netwerk geladen. Voor elk netwerk zijn specifieke afspraken gemaakt over wat er wordt weergegeven en op welke manier. Hieronder vindt u een overzicht van de uitleg over de labeling van de verschillende functies binnen het netwerk.

De zogeheten knooppunten in een fietsknooppuntensysteem worden gelabeld met een blauw vierkantje op de kaart. Het labelnummer wat eraan gekoppeld wordt is een uniek nummer. Dit nummer staat los van de nummers die op de borden staan.

De zogeheten routepunten zijn de punten die zich tussen de knooppunten bevinden. Deze borden worden gelabeld met een groen vierkantje op de kaart. Het labelnummer wat hieraan gekoppeld wordt is ook een uniek nummer. Dit nummer staat los van de nummers die op de borden staan.

De zogeheten infopanelen bevinden zich bij elke knooppunt. Deze panelen worden gelabeld met een oranje vierkantje op de kaart. Het labelnummer wat hieraan gekoppeld wordt is geen uniek nummer. Dit nummer is het zogeheten knooppuntnummer. Dit nummer is ook terug te vinden op het paneel.

De rode lijnstukken geven de routelijnen van het netwerk aan.


Het navigeren en gebruik maken van de functies van de kaart.

De kaart is een basisondergrond bestand die gebruik maakt van de functionaliteiten die google maps ook aanbiedt. Aan de linkerkant in de kaart vindt u de standaard zoomfuncties. Hiermee kunt u op de kaart in- en uitzoomen. De + is voor inzoom, de - is voor uitzoom (scrolwiel) en de schuifbalken om over de kaart te bewegen (linker muisknop). Deze functies werken natuurlijk ook gewoon onder de knoppen van uw muis. Linksboven vindt u de functie streetview. Door middel van het gele mannetje te slepen op een weg in de kaart bekijkt u het gebied op straatniveau. Rechtsboven in de kaart kunt u de achtergrond van de kaart veranderen (kaart, satelliet, hoog contrast).


Het zoeken van plaatsnamen en/of bordlocaties.

Rechts bovenin vindt u twee zoekbalken. Deze balken hebben beiden een losstaande functie. De balk 'adres zoeken' is gemaakt om een specifiek adres te zoeken binnen de kaart. Bijvoorbeeld de Hereweg in Groningen. We typen in de zoekbalk 'Hereweg Groningen' en klikken op zoek.

U kunt ook zoeken op bordlocatie. Bijvoorbeeld: er is een klacht binnengekomen dat er een knooppuntbord vernield is aan de Korreweg in Groningen, met knooppuntnummer 96. We voeren in de zoekbalk 'bord zoeken' het volgende in: 96. Wanneer het betreffende bord wordt aangeklikt, brengt het systeem ons automatisch naar de locatie die we zoeken. Door het juiste bord te selecteren, krijgen we links in ons scherm informatie over de desbetreffende locatie te zien.

Hier vindt u alle informatie over de borden die zich op deze locatie bevinden. Alle borden worden per drager ondergebracht in één locatie.

De volgende gegevens worden verwerkt in één locatie :

- Een uniek bord locatienummer. Dit nummer staat los van wat er op het bord staat.
- De adresgegevens door middel van straatnaam, gemeente en woonplaats.
- Het knooppuntnummer van het bord als het een knooppuntbord of infopaneel betreft.
- Gebruikte materialen.
- Waaraan de bord(en) bevestigd zijn. En door middel van welk type klem.
- Welke richtingen er op het bord staan.
- En tenslotte een foto van de locatie. Door middel van een klik op de foto kan deze vergroot worden in een nieuw venster.


Het maken van een melding.

Om een schademelding te kunnen maken hebben we in het voorgaande hoofdstuk beschreven hoe een bordlocatie te vinden is op de kaart. Na het zoeken van het bestaande punt kunnen we linksboven in de bordgegevens een melding maken op het gewenste punt, door middel van de knop 'melding'. Het meldingsformulier komt tevoorschijn. U krijgt de volgende invulvakken:

Autoschadekeuze: Hier kunt u kiezen uit enkele automatische schadecategorieën, zoals 'knooppuntbord beschadigd'. Deze tekst komt dan in het vak schademelding te staan.

Schademelding: U kunt er ook voor kiezen om geen gebruik te maken van autoschadekeuzes. U bent dan vrij om in dit vak uw teksten in te voeren. Tevens kunt u er voor kiezen om de autoschadekeuze aan te vullen.

Objectnummer: Deze gegevens worden automatisch overgenomen als u een melding maakt op een bestaand punt. Deze gegevens kunt u nooit handmatig invullen.

Objecttype: Deze gegevens worden automatisch overgenomen als u een melding maakt op een bestaand punt. Ook deze gegevens kunt u niet handmatig invullen.

Gemeente: Hier kunt u de gemeente aangeven door middel van een pull down. U kunt kiezen uit alle gemeenten waar zich bordlocaties bevinden binnen het netwerk van Groningen.

Plaatsnaam: Hier kunt u de plaats aangeven door middel van een pull down. U kunt kiezen uit alle plaatsen waar zich bordlocaties bevinden binnen het netwerk van Groningen.

Bord: Mochten er op een locatie meerdere borden zijn bevestigd op dezelfde drager, dan kunt u hier aangeven voor welk bord de schademelding van toepassing is. Zijn alle borden op de drager beschadigd dan kunt u het vakje 'alle' aanvinken.

Afbeelding: Hier kunt u een afbeelding mee uploaden van de schade. Dit doet u door middel van de knop 'bladeren' aan te klikken en de gewenste foto op te zoeken op uw eigen computer.

Nu we vastgesteld hebben welke gegevens we allemaal kunnen aangeven bij een melding kunnen we de melding gaan maken. Als u alle schade- of onderhoudsgegevens heeft ingevoerd en de melding goed heeft omschreven kunt u op de knop Opslaan klikken. Uw melding wordt verzonden.

Nadat de melding is gemaakt ziet u dat het punt op de kaart een ander label krijgt. Er komt een speciaal label op de punten waar een melding op rust (zie afbeelding 13). Tevens krijgt de melding een uniek Meldingsnummer.

De melding is nu opgeslagen in het systeem en verwerkt in het logboek.


Het logboek.

In het logboek kunt u te allen tijde de status van uw meldingen terugzien. Omdat het gehele netwerk ingeladen staat, kunt u ook de meldingen van andere gemeenten inzien. Via het logboek kunt u de filter 'gemeente' kiezen. Hier kunt u uw gemeente selecteren en zo de gemaakte meldingen binnen uw gemeente bekijken. U kunt de details van de melding opvragen, maar ook de desbetreffende bordinformatie. Daarnaast kunt u uw melding weer terugvinden via de knop 'bord info'. Het systeem zoekt dan automatisch de door u gemaakte meldingen op en presenteert deze op de kaart.